Prekenweb.nl

Ds. C.G. Vreugdenhil - Genesis 16 : 7 - 16

Informações:

Sinopse

Bijbeltekst Omschrijving: [7] En de Engel des HEEREN vond haar aan een waterfontein in de woestijn,  aan de fontein op den weg van Sur.[8]   En hij zeide: Hagar, gij, dienstmaagd van Sarai! van waar komt gij, en  waar zult gij heengaan? En zij zeide: Ik ben vluchtende van het aangezicht  mijner vrouw Sarai![9]   Toen zeide de Engel des HEEREN tot haar: Keer weder tot uw vrouw, en  verneder u onder haar handen.[10] Voorts zeide de Engel des HEEREN tot haar: Ik zal uw zaad grotelijks  vermenigvuldigen, zodat het vanwege de menigte niet zal geteld worden.[11]   Ook zeide des HEEREN Engel tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een  zoon baren, en gij zult zijn naam Ismael noemen, omdat de HEERE uw  verdrukking aangehoord heeft.[12]   En hij zal een woudezel van een mens zijn; zijn hand zal tegen allen  zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht  van al zijn broederen.[13]   En zij noemde den Naam des HEEREN, Die tot haar sprak: Gij, God des  aanziens! want zij zeide: Heb ik ook