Prekenweb.nl

Ds. C.G. Vreugdenhil - Genesis 15 : 7 - 21

Informações:

Sinopse

Bijbeltekst Omschrijving: [7]   Voorts zeide Hij tot hem: Ik ben de HEERE, Die u uitgeleid heb uit Ur  der Chaldeen, om u dit land te geven, om dat erfelijk te bezitten.[8]   En hij zeide: Heere, HEERE! waarbij zal ik weten, dat ik het erfelijk  bezitten zal?[9]   En Hij zeide tot hem: Neem Mij een driejarige vaars, en een driejarige  geit, en een driejarigen ram, en een tortelduif, en een jonge duif.[10]   En hij bracht Hem deze alle, en hij deelde ze middendoor, en hij leide  elks deel tegen het andere over; maar het gevogelte deelde hij niet.[11]   En het wild gevogelte kwam neder op het aas; maar Abram joeg het weg.[12]  En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe  slaap op Abram; en ziet, een schrik, en grote duisternis viel op hem.[13]   Toen zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in  een land, dat het hunne niet is, en zij zullen hen dienen, en zij  zullen hen verdrukken vierhonderd jaren.[14]   Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen di